Na ruim twintig jaar achter elkaar boeken te hebben geschreven, besloot ik deze week, na het inleveren van een manuscript, om voorlopig even geen groot project te doen. Sindsdien ben ik de hele dag aan het geeuwen.
Kennelijk zegt mijn lichaam: ‘Hè hè, eindelijk gaat dat malle mens het een beetje rustig aan doen.’ Ik heb dan wel altijd goed kunnen rusten, pauzeren en aanrommelen, maar alleen om daarna weer verder te kunnen schrijven. Wat is dat toch met productief willen zijn? Heb ik mijn lichaam veronachtzaamd omdat ik me pas goed over mezelf kan voelen als ik veel gedaan heb gekregen?
Schaamte
Als ik terugdenk aan de afgelopen jaren, dan schaam ik me zelfs een beetje tegenover mijn eigen lichaam. Vlak nadat mijn eerste kind geboren was, werkte ik aan een roman met de babyfoon op mijn bureau. In plaats van het verstandige ‘ga slapen als de baby slaapt’ was ik als een opgejaagd konijn aan het tikken tot de gevreesde blauwe lampjes gingen knipperen en er gehuil klonk. Bij de tweede ging het al net zo. Alleen als ik geschreven had, kon ik me tevreden over de dag voelen. Sinds mijn beslissing heb ik dan wel minder geschreven, maar heb ik vlekken uit de bank gehaald, een schilderij opgehangen en alvast mijn belastingpapieren ingevuld. Ik ben me nog steeds nuttig aan het maken om mijn dag goed te kunnen beoordelen.
We leven in een maatschappij die wat je doet waardeert boven wat je bent. Op school en bij onze eerste banen leren we om output te leveren en lijstjes af te strepen. Pas als we genoeg hebben gedaan, hebben we rust verdiend. Op vakantie mag je luieren, maar alleen omdat je de rest van het jaar zo hard werkt. De hele westerse levenshouding is gericht op dóén, niet op zíjn, op prestaties, niet op ervaringen.
Ontdek ook ‘Kristallen by Happinez’
-
Chakra’s in balans: zo gaat je levensenergie weer stromen
-
Handige kristallenindex: de betekenis van 67 kristallen
-
En nog veel meer
Zijn en beleven
Waarom lukt het me, zelfs na mijn beslissing, zo moeilijk om écht minder productief te zijn? Ik ben opgevoed in een gezin waarin het duidelijk was dat niets jou vanzelfsprekend toe komt en dat je nergens recht op hebt, maar dat werken loont. Als blonde jonge vrouw in de literaire wereld vond ik het volkomen normaal dat ik onderschat werd, maar ook dat ik dat oordeel door inspanning en prestaties kon weerleggen. Bovendien ben ik grootgebracht met het idee dat je van betekenis moet zijn voor het geheel; wat je voor het collectief doet maakt je leven van waarde.
Ongemerkt moet ik, zoals zoveel mensen, mijn productiviteit met mijn eigenwaarde zijn gaan verbinden. Als ik op een dag van nut ben geweest, heb ik mijn plekje op de aarde verdiend. Die gedachte maakt me verdrietig, omdat ik diep van binnen ook wel weet dat ik niets hoef te doen om van waarde te zijn. En dat het de ervaringen zijn, en niet de prestaties, die het leven de moeite waard maken. Vandaag ga ik het echt proberen: ik ga de rust loskoppelen van de actie. Ik ga zijn en beleven. Alleen eerst nog even de keuken opruimen.
Meer lezen van Susan Smit?
Lees hier Susan’s pleidooi voor leven vanuit je hart.